April 2020
 
 
 
Historische Vereniging Haerlem

Mail niet leesbaar? Klik hier

img
Uit De Hoofdwacht
img
 
 
 
Beste mensen, het zijn hele bijzondere tijden. De maatregelen van het kabinet om het coronavirus het hoofd te bieden, hebben inmiddels het hele maatschappelijke leven, en dus ook onze vereniging, nagenoeg tot stilstand gebracht. Voor het bestuur dus alle reden om een extra bestuursvergadering in te lassen en te bespreken hoe met deze uitzonderlijke situatie om te gaan. Daarop heeft het bestuur op 25 maart jl. het volgende antwoord geformuleerd.

In lijn met de RIVM-adviezen zal ook de Historische Vereniging tot in ieder geval 1 juni geen bijeenkomsten van meer dan drie personen helpen faciliteren. Fysieke bijeenkomsten beperken we überhaupt tot het maximale minimum en als ze plaatshebben altijd met inachtneming van de juiste afstand van 1,5 meter. Dit besluit betekent dat het programma dat wij hadden voorzien voor de eerste helft van 2019, op onderdelen zeker zal komen te vervallen. Als het om lezingen gaat, willen we nog wel bezien of we dat nog in de vorm van een webinar kunnen faciliteren. Hier komen we zo spoedig mogelijk bij u op terug.

Dit betekent dat dus in ieder geval de jaarexcursie (25-4), de fietstocht (16- 05), lezing (26-05) en excursie (30-05) naar de tuinen van Elswout, en de jaarboek presentatie (27-5) niet op die data kunnen plaatsvinden. We bezien of sommige activiteiten alsnog in het tweede deel van het jaar gepland kunnen worden. Om extra ruimte in de planning te creëren overwegen we het seizoen te verlengen tot aan de verjaardag van Haarlem op 23 november, maar daar is uiteraard eerst overleg voor nodig met de betrokken vrijwilligers.

Is het dan allemaal kommer en kwel? Nee, zeker niet. Zoals gezegd houden we hoop om bijvoorbeeld nog voor 1 juni met Wim Cerutti alsnog tot een digitale vorm te kunnen komen waarmee u van zijn lezing kan genieten. Maar ook zijn we ervan overtuigd dat, als de crisis eenmaal onder controle is, we ergens na de zomer alsnog onze fantastische bierbrouwerijtentoonstelling kunnen presenteren, samen kunnen stilstaan bij de val van Haarlem op 13 juli 1573, in september alsnog naar Enkhuizen gaan en de festiviteiten van de verjaardag van de stad rond 23 november gewoon doorgang kunnen vinden en we nog een mooie pubquiz kunnen regelen. Ook een bezoek aan de gerestaureerde Waalse kerk en een lezing over historische interieurs komen in het najaar op de agenda te staan.

‘Never let a good crisis go to waste’ zei Winston Churchill al. Kortom, als bestuur maken we nu gebruik van de vrijgekomen tijd om, zodra het coronagevaar geweken is, de vereniging weer vol leven in te blazen. Het ga u allemaal goed tot dat echte wederzien. En waar mogelijk, let een beetje op elkaar en blijf gezond!

Tot snel.

Namens het algemeen bestuur,
Marco R.F. Wiesehahn – Vrijman
Algemeen secretaris
img
 
 
 
Coronatijden

Vreemde tijden, ja dat zijn het, ongehoord. Het coronavirus legt ons leven grotendeels plat. Niet te geloven hoe snel ons leven in zo korte tijd zo ingrijpend is veranderd. Hoe zal het verder gaan? Hoe lang houden we dit vol? Hoeveel slachtoffers gaan er vallen? We houden ons hart vast.

100 jaar geleden heerste hier de Spaanse griep. In Haarlem stierven 267 mensen als gevolg daarvan op een bevolking van ongeveer 75.000 inwoners. De conditie van de mensen was toen wel duidelijk minder als gevolg van de tekorten die samenhingen met de Eerste Wereldoorlog en de medische zorg was minder ontwikkeld. Maar ook nu zullen er zeker slachtoffers vallen. Laten we hopen dat het snel overwaait en dat we op korte termijn een middel vinden om het virus te bestrijden of om ons ertegen te beschermen.

Door alle noodzakelijke maatregelen is het een saaie boel. Ik vertoon me nauwelijks meer buiten, vermaak me noodgedwongen in en om het huis. In het centrum kom ik dus al een tijd niet. Een vreemde gewaarwording, want onder normale omstandigheden is dat wel drie of vier keer per week het geval. Ik mis het enorm.

Ik heb een bijzondere ervaring met plekken die ik goed ken en die ik een hele tijd niet zie. Zo kijk ik naar mijn eigen huis na een langdurige vakantie met heel andere ogen; een beetje zoals ik het de allereerste keer zag, toen ik er kwam wonen.

Een warm gevoel maakt zich dan van mij meester. Zoiets van: “Wat heerlijk dat ik hier mag zijn, wat een mooie ruimte.” Pas na verloop van tijd ervaar ik het huis weer als ‘gewoon’. Zo’n eerste gevoel hoop ik ook weer te krijgen als ik de binnenstad over hopelijk niet al te lange tijd weer zal betreden. Ik verheug me nu al op de hernieuwing van de verpletterende indruk die de binnenstad ooit op mij maakte. Een warm gevoel krijg ik nu wel al als ik zie hoeveel aandacht er is voor elkaar. #DOESLIEF is niet tegen dovemans oren gezegd.

Peter van Wingerden

Schrijver dezes houdt zich aanbevolen voor commentaar via info@haerlem.nl 
Een afscheid als vrijwilliger
img
Jarenlang was Pim van Zalingen pandbewaarder van De Hoofdwacht. Begin dit jaar heeft hij om gezondheidsredenen aangegeven zijn taken aan een ander te moeten overdragen. Daarmee verliest de vereniging een belangrijke steunpilaar. Want Pim heeft als vrijwilliger een enorm belangrijke spilfunctie in de vereniging gehad. In 2012 is hij door het toenmalige bestuur dan ook meer dan terecht benoemd tot Lid van Verdienste.

Vicevoorzitter Marjorie Vroom verwoordt het zo: “Wat te doen als het niet warm genoeg is in De Hoofdwacht? Of als de voordeur klemt? Wat als de afvoer verstopt is of als er een lampje kapot is? Wie moet er contact opnemen met de gemeente over de brandveiligheid, het buitenschilderwerk of het lappen van de ramen? In al die gevallen was er decennialang maar één antwoord: dan bel je Pim”. En ze vervolgt: “Maar er was één ding waar je Pim echt niet voor hoefde te bellen. Pim zag alles wat schade deed aan het aanzicht van De Hoofdwacht en handelde dan ook direct. Zijn vrouw vertelt mij dat hij zelfs altijd, als hij in de buurt is, even moet kijken of alles er nog goed uitziet.
En o wee, als er weer fietsen voor de deur staan... Die worden 
meteen weggesleept!”. Ze heeft veel steun gehad aan Pim. “Toen ik als bestuurslid de taak kreeg een werkgroep Jeugd (nu Jonge Muggen) op te zetten, was Pim direct betrokken. Het idee eens het Onderhuis juist ook voor kinderen te kunnen gebruiken, heeft hij altijd gesteund. Hoe mooi, dat hij dit nu ook mag meemaken! Ik ben Pim daarom niet alleen hiervoor dankbaar, maar ook voor zijn vrolijke hartelijkheid. Ik wens hem en zijn vrouw dan ook veel sterkte in de komende tijd. Pim, heel erg dank je wel. Namens mij, namens het hele bestuur en natuurlijk de vereniging”.

Ook de Stichting Geveltekens Vereniging Haerlem heeft veel aan zijn ondersteuning gehad bij het restaureren van en herplaatsen van gevelstenen in Haarlem. Martin Busker, drijvende kracht achter de gevelstenen en beheerder van het Broodhuisje in de Lange Veerstraat 21B, prijst het vakmanschap van Pim. Hij heeft namelijk dit verscholen, maar zeer bouwvallige 16e-eeuws monumentale huisje vakkundig gerestaureerd, waarbij behoud voor vernieuwen ging. Kortom, een vakman in hart en nieren!

Pim van Zalingen verzorgde sinds jaar en dag geheel ook belangeloos alle onderhoudswerkzaamheden aan De Hoofdwacht. Bij een oud pand is dat een enorm intensieve klus. Ook onderhield hij contact met de gemeente en de beveiligingsdienst. Dat alles wordt zeer gewaardeerd en is heel belangrijk voor het functioneren van de vereniging geweest.
De vereniging gaat Pims bijdrage en engagement dan ook heel erg missen!

Marco R.F. Wiesehahn – Vrijman
img
Vooruitblik Haerlem Jaarboek 2019
Het Jaarboek Haerlem bestaat sinds 1929 en heeft met een variëteit aan artikelen bijgedragen aan de kennis van de rijke Haarlemse geschiedenis. Eind mei zal de editie 2019 verschijnen.

Dit Jaarboek begint met een artikel over een Haarlemmer die bijna een mythe geworden is, passend in de sfeer van Haarlem. Heynzoon Adriaensz, factor (dichter) bij de Rederijkerskamer Trou moet Blycken liet in schimpverzen blijken zeer antikatholiek te zijn. Niet iedereen nam hem dat in dank af en in 1568 werd hij ter dood veroordeeld. Terwijl de galg klaar stond brak er volgens de overlevering een enorm onweer los, waardoor Heynzoon kon ontsnappen. Maar hij kwam niet ver en werd toch terechtgesteld. Maar was die executie echt gebeurd? Jan Spoelder heeft nu het doodvonnis gevonden, waaruit blijkt dat de Raad van Beroerten verantwoordelijk was voor de executie en niet het bestuur van Haarlem. Volgens de schrijver verdient deze moedige pleiter voor het vrije woord een straatnaam in Haarlem.

In de zeventiende en achttiende eeuw was de officiële kerk gereformeerd, maar andere geloven zoals de rooms-katholieke leer werd oogluikend toegestaan. Caroline Lenarduzzi noemt dichter en muzikant Jan de Boer (1694-1764) een muzikale bruggenbouwer. Als katholiek gebruikte hij de muziek en de dichtkunst om de kloof met zijn gereformeerde geloofsgenoten te verkleinen. Zij analyseert hiervoor een lang gedicht dat De Boer schreef bij de inwijding van het Müllerorgel in de Bavo in 1738.

In Haarlem werd in de 18e eeuw enkele malen een ‘tontine’ ingezet om dure projecten te financieren. Dat waren kanscontracten in de vorm van een lijfrente. Men kocht een portie op het leven van iemand en kreeg daar jaarlijks rente over. De langstlevende zou aan het eind het hele bedrag verkrijgen. Oud-stadsarchivaris Jaap Temminck laat zien hoe de nieuwbouw van het diaconiehuis met zo’n tontine werd bekostigd. 
In Engeland was deze manier van financieren inmiddels verboden omdat er te veel moord en doodslag voorkwam onder de laatste inleggers.

Nicoline Ekama beschrijft het leven en werk van haar betovergrootvader Gerrit Postma, die een productief en succesvol schilder was. Postma werd geboren op Ameland, woonde in een weeshuis in Amsterdam maar kreeg de kans om naar de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten te gaan. Door zijn huwelijk kwam hij in de doopsgezinde kringen in Haarlem terecht. Hij reisde graag naar Italië en Spanje waarvan veel van zijn tekeningen en schilderijen getuigen. Hij was in Haarlem onder andere lid van KZOD.

De goud- en zilversmid Elias Voet (1868-1940) maakte onder meer de Haarlemse ambtsketen voor burgemeester Boreel van Hogelanden. Maar hij was ook bedreven als houtsnijder. Wim Groenhart ontdekte in Voets oude werkplaats aan de Anegang een prachtig eikenhouten schouw van zijn hand. Hierop zijn alle fasen van het handwerk van een zilversmid uitgebeeld.

Wim Eggenkamp belicht in zijn rijk geïllustreerde artikel over het Kathedrale complex van Sint Bavo uitvoerig de restauratie van het middenschip, de twee torens en de vele kunstvoorwerpen. Ook de nieuwe toevoegingen zoals de glas-in-loodramen van Jan Dibbets en het muurmozaïek van Gijs Frieling worden beschreven.

Uiteraard komen alle gerestaureerde en nieuwe gevelstenen in Haarlem aan bod. Peter van Graafeiland beschrijft de drie gevelstenen van het Arme Kinderhuis in het Magdalenaklooster. Zoals elk jaar vervolgt Martin Busker zijn serie over gevelstenen en muurschilderingen. Dit jaar was er weer een rijke oogst met de beschildering van de ingang van de Raaksgarage en een hoekhuis in de Ridderstraat. En ga vooral in molen de Adriaan de plattegrond van Haarlem bekijken, een tekening van Chiel Braat van 10 bij 1,80 meter.

En dan zijn er ook dit jaar weer foto’s uit het Noord-Hollands Archief opgenomen, deze keer foto’s van de bevrijding van Haarlem in 1945. Het is een gevarieerd jaarboek geworden.

Margreeth Pop, redactiesecretaris Jaarboek 
Peter van Buren
img
(1945 – 2020)
In januari dit jaar overleed na een ziekbed ons verenigingslid Ing. P.J. van Buren. Eerder moest hij om gezondheidsredenen afscheid nemen van onze werkgroep Gebouw & Omgeving.

Peter heeft een opleiding bouwkunde gedaan aan de HTS in Den Haag. Hij werkte daarna als tekenaar voor Skidmore, Owings & Merrill (SOM) in New York (één van de grootste en invloedrijkste architecten- en ingenieursbureaus 
in de wereld). Bij zijn terugkomst 
in Nederland bleek hij niet 
overweg te kunnen met de kleinschaligheidsgedachte van de jaren zestig die hoogtij vierde op de Academies van Bouwkunst in Nederland. Hij verwierf zijn architectendiploma dan ook zonder specifieke opleiding.

In Nederland werkte hij voor Architectenbureau Roelofs Nijst Lucas B.V. (tegenwoordig vooral ziekenhuizen), waar hij in contact kwam met Siem Schaafsma en via Siem werd hij in 2013 lid van de werkgroep. Hij had een belangrijke inbreng bij de ontwikkeling van plannen voor grote leegstaande gebouwen zoals het hoofdkantoor van de VNU in Schalkwijk en het V&D gebouw in het Centrum dat tot voor kort nog Hudson’s Bay huisvestte. Zijn benadering was strikt functionalistisch, zijn tekeningen waren perfect.

Helène Oomen
Secretaris Gebouw & Omgeving 
img
 
 
 
Bureaulamp naar ontwerp van de beeldhouwer H.A. van den Eijnde uitgevoerd door de firma Winkelman en Van der Bijl, Westerstraat 99 te Amsterdam, circa 1918.
img
“Lampen – hanglampen, vloerlampen en bureaulampen – zijn in het Hollandsch binnenhuis voorwerpen van bijzonder belang, omdat zij de gezelligheid in den avond bepalen” schrijft De Lorm in 1923 (blz. 36) in de catalogus uit 1975 getiteld: “Nederlandse architectuur 1910 – 1930 Amsterdamse School”.
In deze catalogus is ook een hoofdstuk gewijd aan “Kunstvormgeving in Nederland” geschreven door Frans van Burkom. Dit is, voor zover mij bekend, de eerste samenvattende studie over de interieurkunst uit de Amsterdamse Schoolperiode. Gelukkig zouden er nog meer volgen in de navolgende jaren. De belangstelling voor de Amsterdamse School is na die tentoonstelling zeker gegroeid en nu heeft de vormgeving van deze unieke stijlrichting een plek gekregen die ze verdient. In Amsterdam is het Museum het Schip opgericht, dat geheel in het teken staat van de Amsterdamse School in al zijn verschijningsvormen.
In 2016 vond in het Stedelijk museum te Amsterdam een grote overzichtstentoonstelling
plaats met de nadruk op interieurkunst met als
titel “Wonen in de Amsterdamse School.” Op deze tentoonstelling was ook de lamp van Van den Eijnde te zien en is afgebeeld in het bij de tentoonstelling behorende boek. (Pag 191, fig. 12.67).

In de monografie over H.A. van den Eijnde door Ype Koopmans uit 1994 wordt de lamp als volgt beschreven: “Voor een ander bekend Amsterdams bedrijf, de firma Winkelman en Van der Bijl, ontwierp hij (Van den Eijnde) in het begin van de jaren 20 als kunstenaarsobject een lampje met een gebatikte kap. De bronzen voet bestaat uit een geknielde neo-Egyptische vrouwenfiguur, die aansluit bij de beeldjes Andante en Allegro uit 1916.” De lamp staat niet in het boek afgebeeld. Bij dit citaat vallen m.i. enige kanttekeningen te maken. Er wordt gesproken over een bronzen voet. Dit berust naar mijn idee op een misverstand. In de veilingcatalogus van Mak van Waay uit 1933, getiteld: “Kunstnijverheid – veiling, omvattende de buitengewoon fraaie verzameling lichtkronen, lampen en bronzen van de firma Winkelman”, staat onder lotnr. 60 een omschrijving van de lamp die volledig overeenkomt met de bestaande lamp nl: ”Bureaulamp door den beeldhouwer H.A. van den Eijnde, voorstellende een geknielde vrouwenfiguur, uitgevoerd in half blank ijzer met Winksmetaal.”
img
De winkelprijs bedroeg Hfl. 120,-. De lamp is opgebouwd uit twee delen. Het voetstuk met het beeld en het langwerpige achterstuk waaraan de lamp en kap zijn bevestigd. Het voetstuk is dus niet vervaardigd van brons maar gemaakt van zgn. “Winksmetaal.” Dit materiaal kan het beste worden omschreven als een soort zinklegering die vervolgens donkerbruin is gepatineerd. Het achterstuk is gemaakt van half blank ijzer, een, voor de firma Winkelman, heel kenmerkend materiaal dat o.a. ook veelvuldig is toegepast in de smeedijzeren decoraties in het Scheepvaarthuis maar waarin ook veel lampen, haardschermen en klokken zijn uitgevoerd. 
img
Dat er niet voor brons maar voor een zinklegering is gekozen kan m.i. worden verklaard dat de lamp niet in de jaren 20 is vervaardigd maar eerder nl. rond 1917/1918 ten tijde van de eerste wereldoorlog.
Frans van Burkom merkt hierover het volgende op: “Het materiaal (van lampen) dat omstreeks 1914 nog voornamelijk messing (of geel verkoperd blik) is wordt tijdens de oorlog vervangen door ijzer (door de koperschaarste), hoewel combinaties van ijzer en koper voor blijven komen.”
De uitvoering van het voetstuk in het Winksmetaal is redelijk geslaagd. Wel denk ik dat een uitvoering in brons een nog fraaier eindresultaat zou hebben opgeleverd.

Vormgeving
Vrouwenfiguren komen we veelvuldig tegen in de Amsterdamse School vormgeving, zowel in de vorm van bouwsculptuur als bij kunstnijverheid. Vaak hebben deze beelden een verdroomde en mystieke uitstraling. De houding van het beeld van de lamp is sereen en meditatief. Door toepassing van een vrij zwakke lichtbron wordt dit effect nog verder versterkt. Ze kijkt letterlijk naar het licht. 
Qua vormgeving van de vrouwenfiguur kan worden opgemerkt dat deze inderdaad overeenkomt met de beeldjes Andante en Allegro maar ook met de beelden bij de ingang van het Scheepvaarthuis.
Al deze beelden doen Egyptisch aan en zijn heel karakteristiek voor het werk van Van den Eijnde. Omdat zowel de genoemde beeldjes als het Scheepvaarthuis zijn uitgevoerd voor 1920, lijkt het mij logisch dat deze lamp ook voor 1920 valt te dateren. Via de bouw van het Scheepvaarthuis is het aannemelijk dat Van den Eijnde in contact is gekomen met de firma Winkelman en Van der Bijl omdat dit bedrijf ook veel smeedwerk voor het genoemde gebouw heeft vervaardigd.

Reconstructie van de kap
Voordat ik besloot de lamp via een veilingsite aan te kopen, stond mij al voor ogen hoe de ontbrekende kap eventueel gereconstrueerd zou kunnen worden. Winkelman had ook zelf een bronzen bureaulamp ontworpen die constructief sterke overeenkomsten vertoonde met de lamp van van den Eijnde. Ook bij deze lamp werd de kap van achteren bevestigd met behulp van twee pennen. In een veilingcatalogus (Christie’s 20th Century Decorative Arts, Tuesday 20 october 1998, lotnr. 150) stond deze Winkelman lamp afgebeeld met de kap die nu is gemaakt voor de Van den Eijnde lamp. De firma Aesthetica te Amsterdam herkende ook de Winkelman lamp en stelde mij de vraag: “Hebt U ook nog de twee bijbehorende pennen?” Ik antwoordde bevestigend. We werden het snel eens over de vorm en verdere uitvoering van de kap. Van belang was dat de kap niet het zicht op het beeld zou belemmeren. De Winkelman lamp bezat een kap van varkensblaas. Ik heb echter gekozen voor Shantung zijde. Dit materiaal heeft een rustigere uitstraling waardoor de aandacht optimaal op het sculptuur komt te liggen. Het eindresultaat is goed passend, functioneel en fraai te noemen.

Bijzonder
Dat de lamp bijzonder en qua vormgeving belangrijk is, blijkt o.a. uit het feit dat hij tentoongesteld is geweest in het Stedelijk Museum te Amsterdam in 2016 en dat hij is afgebeeld in het bijbehorende boek. Dat de lamp zeldzaam is maakt hem ook bijzonder. In meer dan 30 jaar ben ik hem nog nooit ergens tegengekomen…..

Kortom, een bijzondere lamp van een bijzondere beeldhouwer!

Antoni Eduard 

Geraadpleegde literatuur:
  • Burkom, Frans van: Kunstvormgeving in Nederland. In: Catalogus Nederlandse architectuur 1910 – 1930 Amsterdamse School, Pag 71 – 108. Uitgave: Stedelijk Museum te Amsterdam, 1975.
  • Koopmans, Ype: H.A. Van den Eijnde 1869 – 1939, monografie. Uitgave: Drents Museum te Assen, 1994.
  • Roode, Ingeborg de e.a.: Wonen in de Amsterdamse School, ontwerpen voor het interieur 1910 – 1930. Uitgave: Thoth te Bussum/Stedelijk Museum te Amsterdam, 2016.
  • Veilingcatalogus Christie’s te Amsterdam, 20 oktober 1998. 20th Century Decorative Arts, lotnr. 150.
  • Veilingcatalogus Mak van Waay te Amsterdam, 12 september 1933: Catalogus van de kunstnijverheidveiling omvattende de buitengewoon fraaie verzameling lichtkronen, lampen en bronzen van de firma Winkelman, wegens opheffing van het winkelfiliaal Hobbemastraat hoek P.C. Hooftstraat te Amsterdam, lotnr. 60.
Brouwerijgeschiedenis van Haarlem
img
Een uitsnede van het schilderij "Zicht op de Bakenessergracht met de brouwerij De Passer en De Valk" door  Job Adriaenszn Berckheyde ( Belasting en Douane Museum Rotterdam)
 
 
 
Dit jaar is het 775 jaar geleden dat Haarlem stadsrechten kreeg. De bedoeling is dat die gebeurtenis in Haarlem met verscheidene activiteiten wordt gevierd. De Historische werkgroep van onze vereniging heeft in dat kader een tentoonstelling in De Hoofdwacht voorbereid over de geschiedenis van de bierbrouwerij in Haarlem en staat klaar deze in te richten. Wanneer deze tentoonstelling wordt geopend, hangt af van het verloop van de huidige pandemie en de verordeningen vanwege de overheid. De Historische Vereniging Haerlem zal dan een besluit nemen of en wanneer de tentoonstelling zal worden geopend. Vooralsnog staat de tentoonstelling voor het najaar gepland. Het idee van een tentoonstelling met als thema de brouwgeschiedenis van Haarlem, kwam van Hans van Felius die er een enorme hoeveelheid gegevens over heeft verzameld. Een speciaal accent krijgt de rol van de vrouwen in de productie van bier. Van oudsher was brouwen een vorm van huisvlijt. Vrouwen maakten bier voor dagelijks gebruik. Maakte je te veel dan verkocht je het of je ruilde het voor iets wat jij kon gebruiken. Allengs werd het brouwen een ambacht, waarbij de kennis van bier maken ervoor zorgde dat vrouwen in de brouwerijen een belangrijke productierol speelden.
img
Uitsnede van "Gezicht op de Grote Markt met de St. Bavo" Het vervoer van bierfusten per slee 
Gerrit Adriaensz Berckheyde (schilderij Kunstnuseum Basel)
De Historische werkgroep heeft, met medewerking van, onder andere, de werkgroep Jonge Muggen, musea, een amateurbrouwer en de Haarlemse brouwers Jopen en ‘t Uiltje intussen veel werk verzet voor de opening van de tentoonstelling. De voorbereidingen gaan op een laag pitje door en de inrichting is nagenoeg afgerond. Zo heeft de werkgroep het volgende programma opgezet:
  1. Opening van de tentoonstelling door Jos Wienen, burgemeester van Haarlem, in het Archeologische Museum.
  2. Lezing van dr. Marjolein van Dekken over de rol van de vrouwen in de brouwgeschiedenis van Haarlem.
  3. De opleving van het bierbrouwen in de 20e eeuw in Haarlem; sprekers zijn Joop Boelsma (Jopen B.V.) en Fred Meester (amateur brouwer).
  4. De families Olycan en Dirkx en de kunst; spreker is kunsthistoricus Claudia Hofstee.
  5. Activiteiten rond bier zoals proeven demonstraties etc. Nadere informatie volgt op de website.
Het programma kan in de komende tijd op onderdelen nog enigszins wijzigen.

Boudewijn van Os
Nogmaals Gerda Kurtz
img
Ontvangst op het Gemeente Archief in de Janskerk van mevrouw dr. G.H. Kurtz (gemeente archivaris) ter gelegenheid van haar 25-jarig dienstverband.
 
 
 
In ons artikel in Haerlem Nieuws van maart 2020 hebben wij Klaartje Pompe van het Noord-Hollands Archief onder meer laten vertellen dat mejuffrouw Kurtz de eerste vrouwelijke gemeentearchivaris in Nederland was maar dat heeft zij niet gezegd en het klopt ook niet. Onze verslaggever is op onderzoek uitgegaan en vond dat reeds in 1900 de toen 31-jarige Rinskje Visscher (1868 –1950) werd aangesteld als gemeentearchivaris van Leeuwarden. Rinskje Visscher was geen eendagsvlieg want zij heeft die functie tot haar pensioengerechtigde leeftijd vervuld. Haar bestaan is ook Els Kloek in haar boek ‘1001 vrouwen in de 20ste eeuw’ niet ontgaan; in de registers komen wij haar tegen in de lijst van “niet opgenomen” vrouwen. Ter voorkoming van misverstand: Rinskje Visscher voldeed aan de opnamecriteria ‘prestatie’ of ‘reputatie’ maar de keus was gemaakt voor een uitgave beperkt tot 1001 vrouwen. Onder de ruim honderd ‘afvallers’ vinden we namen als Mies Bouhuys, Ien van den Heuvel, Hannie van Leeuwen, Hélène Nolthenius, Charlotte van Pallandt en Meta de Vries. Gerda Kurtz heeft wel een plaats gevonden in bovengenoemd boek van Els Kloek onder nummer 446 op de pagina’s 682 en volgende.

De lezing van Klaartje Pompe over Gerda Kurtz kwam tot stand op initiatief van Tineke Sleeking, sinds juni 2019 enthousiast lid van onze werkgroep Evenementen en Lezingen. Tineke had eerder een stukje in Haerlem Nieuws van oktober 2019 gelezen over onder meer het Haarlemse straatnamenboek van Gerda Kurtz. Dit artikel wekte haar interesse als onderwerp van een lezing op de Internationale Vrouwendag 2020.

Het lag voor de hand om contact te zoeken met Lieuwe Zoodsma, de tegenwoordige stadsarchivaris en adviseur van onze vereniging. Deze toonde zich enthousiast over het idee en opperde dat het nog mooier zou zijn als een vrouw de lezing zou geven. Hij heeft Klaartje Pompe, zijn hoofd Publiek, daarover benaderd en vervolgens hebben Tineke en Klaartje het geheel op touw gezet.
Daarbij kwam ook het idee ter tafel om de lezing te doen plaatsvinden in de Janskerk van het Noord-Hollands Archief, waar Gerda Kurtz heeft gezeteld. Zo gezegd zo gedaan.
Na afloop van de lezing is nog een vrouw opgestaan, die kon vertellen dat zij Gerda Kurtz via haar echtgenoot heeft leren kennen en nog twee andere bezoekers meende te herkennen die de juffrouw nog hebben meegemaakt.

Remmert Pels sprak namens de Vereniging Haerlem een dankwoord voor de samenwerking en genoten gastvrijheid van het NHA met daarbij als dank een bloemetje voor Klaartje Pompe, waarna er onder het genot van een kopje koffie kon worden nagepraat.
Enkhuizen, nu nog even niet maar wel op een later moment in het jaar
img
 
 
 
Op zoek naar een leuke jaarexcursie voor 2020 kwamen we op Enkhuizen, een havenstad met een rijk verleden. Nu houden wij, Remmert Pels, Mariska Krikken en ondergetekende als leden van de werkgroep Evenementen en Lezingen van een goede voorbereiding. Dus 4 maart hadden Remmert en ik afgesproken op station Heemstede. Klein misverstand één stond beneden in de hal te wachten en één stond al op het perron.

De overstap op Station Sloterdijk was een uitdaging, in theorie genoeg tijd maar je komt op dit station nogal wat poortjes tegen met je ov-kaart en deze proberen te omzeilen bleek de lange oplossing. Gelukkig was de trein richting Enkhuizen zo goed als leeg en had de conducteur best even tijd om op ons te wachten.

Bij aankomst in Enkhuizen kwamen we aan op een leuk kopstation uit 1885. We waren dermate onder de indruk dat we beide zijn vergeten met onze ov-kaart uit te checken.

Zoals u kunt zien hebben we onderweg de omgeving nauwgezet in ons opgenomen.

Als werkgroep zoeken we regelmatig contact met andere historische verenigingen om van hun kennis gebruik te maken. Na een prettig gesprek met de stadsgids van Vereniging Oud Enkhuizen en de nodige afspraken in het museum, waren we ook nieuwsgierig geworden naar de nieuwe interactieve tentoonstelling “zee vol verhalen” in het Zuiderzee binnenmuseum. Ik ga niet te veel vertellen maar er waren regelmatig kreten van herkenning.

We liepen verder naar onze afspraak in het Amsterdamhuis bij het buitenmuseum. Dit is een gezellige eetgelegenheid, de inwendige mens moet immers ook niet vergeten worden. We hebben met veel plezier deze dag voorbereid. Een bezoek aan Enkhuizen staat voor oktober gepland en we houden u op de hoogte.

Namens de werkgroep Evenementen en Lezingen, Tineke Sleeking
img
Kleurplaat
 
 
 
De werkgroep Jonge Muggen heeft in hun voorraad een paar kleurplaten gevonden. Nu we allemaal zoveel mogelijk binnen moeten blijven, kunnen de (klein)kinderen lekker aan de slag! Of u… (Bijna) tevreden over het resultaat? Maak een foto en stuur deze, inclusief naam en leeftijd, naar jeugdhaerlem@gmail.com. Als het mag, delen we het resultaat op de Haerlem website. Voor de mooiste inzendingen hebben we een leuke verrassing.

Naar de kleurplaat
Ontdekt
 
 
 
Nu de activiteiten van de vereniging stil liggen en De Hoofdwacht gesloten is, valt er niets te ‘ontdekken’ op de zolder en moet er elders gezocht worden naar een onderwerp voor deze column.
Ik ging op zoek in mijn eigen boekenkast, vond er diverse gedichten over Haarlem en op internet vond ik er later nog meer, maar natuurlijk is mijn verzameling niet compleet en is die ook nooit compleet te krijgen.
Wel werd ik benieuwd naar welke gedichten u (en u, en u) over Haarlem kent en dus wil ik graag een “Haarlem-poëzie-estafette” starten.
Ik begin met onderstaand gedicht van Sylvia Hubers en vraag aan u mij uw Haarlem-gedicht te mailen (als het enigszins kan met bronvermelding). In volgende edities van Haerlem Nieuws zullen wij die regelmatig plaatsen. Ik hoop op een mooie oogst!

Machteld Tilanus, bibliotheekcommissie
machteldtilanus@gmail.com
Start Haarlem-poëzie-estafette
img
 
 
 
Door de ogen van de Hoofdwacht

Waardig zijn de hoofden die door
Haarlem zijn bekeken van ’t Sant af van
de Grote Markt de Bavo die zich leende
voor de functie van de ogen van de stad.

Brand! riepen de ogen naar de
hoofden van de wacht. Blussen
was het in gereedheid brengen van
de onbegonnen emmers - doch de oudste
stenen veste van de stad hield stand.

Genieten doe ik nu van de Muur
ik zet een krukje neer en tuur naar de
structuur, naar het verduren van de
eeuwen, de allure die zo’n muur ooit had.

Ik had hier willen wonen
in twaalfhonderdvierendertig
dertienhonderddrieënveertig
veertienhonderdzevenentachtig
vijftienhonderdtwaalf, zestienhonderd-
zeventienhonderd- achttienhonderd-
negentienhonderdzoveel.

Over zoveel hoofden zou ik hebben gekeken:
stromende have van de Grote Bavo naar de
Vishal het schavot het groen het bier en het stadhuis.

Ik zou een licht klein beetje hebben bewogen
- als dat had gemogen, was ik
door de ogen van een eeuwig Haerlem
altijd onder dak en thuis

 Uit ‘Niet over het Spaarne!’ (Prometheus 2013)
img
Armband
Deze maand lanceert Marijke Mul het vijfde Haarlem City Jewel in aanloop naar de viering van 775 jaar stadsrechten van Haarlem op 23 november 2020.

De armband is voor € 59,- verkrijgbaar in de winkel/atelier of online op www.sieradeninstijl.nl.

Marijke Mul
Goudsmid Juwelier
Gierstraat 67 2011 GB Haarlem
img
Actuele agenda
Voor het volledig overzicht van activiteiten...

Klik hier
COLOFON
 
 
 
Haerlem Nieuws is een maandelijkse uitgave van de Historische Vereniging Haerlem
Postbus 1105, 2001 BC Haarlem   De Hoofdwacht, Grote Markt 17 Haarlem
023 5345422  info@haerlem.nl
  
www.haerlem.nl   haerlemredactie@gmail.com
ledenadministratie@haerlem.nl

IBAN NL89 INGB 0000 3778 82
U ontvangt Haerlem Nieuws als lid of belangstellende van onze vereniging
img
Haerlem NIeuws liever niet ontvangen? klik hier
img img img
< <