|
Dr. Gerdina Hendrika Kurtz
|
|
|
|
Het 25-jarig jubileum van de Gemeente archivaris mevrouw dr. G.H. Kurtz; Felicitaties van jhr. mr. C.C. van Valkenburg, voorzitter Vereniging Haerlem. (foto Noord-Hollands Archief)
|
|
|
|
Toen ik, als trouwe lezer van uw interessante publicaties, vorige maand in Haerlem Nieuws de column over het plak- en knipwerk van meneer Barnhoorn in het straatnamenboek van Gerda Kurtz las, ging er een belletje bij mij rinkelen. Wat was zij ook al weer voor iemand? Had zij als gemeentearchivaris niet banden met de Vereniging Haerlem? Wie zoekt op internet vindt altijd wat al mag je niet alles geloven wat daar geschreven staat. Maar gelukkig stond op Wikipedia ook een verwijzing naar een bron en wat kan er mooier zijn als die bron het onvolprezen Jaarboek is. In het Haerlem Jaarboek 1989, het is nog maar dertig jaar geleden, heeft dr. J.J. Temminck, ook stadsarchivaris van Haarlem van 1973 – 1995, de necrologie van dr. Kurtz geschreven.
Dankzij de door mij vaak vermaledijde digitalisering kon ik zonder de beschikking te hebben over het fysieke Haerlem Jaarboek 1989 via het Noord-Hollands Archief het bewuste stuk lezen. In telegramstijl haal ik enkele passages aan. Op 7-jarige leeftijd werd zij Haarlemse, ging na de MMS met extra les over naar de zesde klas van het Gymnasium waar ze eindexamen deed om in Utrecht haar doctoraal geschiedenis te doen en in 1928 cum laude te promoveren op Willem III en Amsterdam. Door de studie had ze slag gekregen van het archiefwerk, haalde daar een diploma in maar vond tot 1936 moeilijk betaald werk. In dat jaar viel de plaats van Archivaris van Haarlem vrij. Er waren 9 sollicitanten, waarvan de wethouder meende dat de vrouwen niet hoefden te worden uitgenodigd. Ze werd tweede op de raadsvoordracht en vanwege haar geloof door de RKSP als eerste katholiek diensthoofd in de gemeente binnengehaald. Achteraf bleek zij Lutherse te zijn maar ze werd dan toch maar het eerste vrouwelijke diensthoofd in een vrijwel geheel mannelijke wereld.
Mejuffrouw Kurtz, ze is nooit getrouwd en bleef altijd ‘juffrouw’ heten, maakte meteen haar intrede in het toen nieuwe archief in de Jansstraat en heeft archieven vergaard en daaruit veel kennis over Haarlem opgedaan. Over die kennis heeft ze geschreven en verteld. In 1938 volgde zij archivaris Knappert op in het bestuur van de Vereniging Haerlem. Zij tekent voor tal van artikelen en boeken, resulterend in een lijst van tezamen 70 publicaties. Hieronder in 1941 een beknopte geschiedenis van Haarlem, een eerste bruikbare samenvatting van de Haarlemse geschiedenis (voorloper van Haarlem voor dummies?), de geschiedenis van de Haarlemse hofjes als jubileumboek, het bekende boek over Kenau en het straatnamenboek. Saillant detail is dat het archief in de oorlog ook een onderduikadres was voor archieven van de joodse gemeente en als enige openbaar gebouw ontsnapt was aan het bordje ‘Verboden voor Joden’. Ook na haar pensionering bleef zij actief binnen en buiten de Vereniging Haerlem. Haar laatste publicatie ‘Het Proveniershuis te Haarlem’ verscheen kort voor haar 80ste verjaardag.
In willekeurige volgorde nog een aantal van haar verworvenheden: examinator bij archiefexamens, soroptimist, ridder Oranje Nassau, als tweede vrouw lid van de Hollandse Maatschappij van Wetenschappen, erelid van de Historische Vereniging Haerlem.
Ongetwijfeld heeft Gerda Kurtz vele sporen nagelaten in de archieven van de Vereniging Haerlem. Ik was blij dankzij het straatnamenboek dit door Jaap Temminck gemaakte spoor te hebben ontdekt.
|
|
|
|
|