|
|
|
|
|
|
|
Waren de zomers in voorgaande jaren rustig met betrekking tot ons ‘werk’ in/voor de bibliotheek van ‘Haerlem’, dit jaar was dat anders. Want niet alleen aan het begin, tijdens de lockdown, gingen mensen hun boekenkasten saneren, ook tijdens de warme zomerperiode ging men daarmee door en zo trokken wij o.a. naar Sint Pancras en dichter bij huis naar Heemstede, Aerdenhout en natuurlijk door Haarlem, waarna we op diverse ochtenden vóór elf uur de auto op de Groote Markt (spelling zoals op De Hoofdwacht) parkeerden en vele tassen en dozen met boeken de hal in sleepten.
Gelukkig kwamen er regelmatig ook anderen in het gebouw en altijd bleek de nieuwe ‘buit’ al naar de zolder gebracht te zijn, zodat we direct aan het werk konden met het sorteren, invoeren in de eigen collectie en (wat de reeds aanwezige titels betreft) het prijzen voor een boekenmarkt, die we toch zo graag weer eens zouden houden. Helaas moeten we daarmee nog wachten tot alles weer wat ‘normaler’ is.
In de tussentijd blijf ik zoeken naar gedichten over Haarlem en in het kader van dat project plaats ik graag een gedicht van Joost Mulder van het Ampzing Genootschap, ingezonden door Martha van Buuren:
|
DATSENRAAPS
Met een laatste, onmerkbare zucht Is de wind gaan liggen
Volmaakt vlak nu toont het Spaarnewater Op elk adres een tweede huis Spookachtig naar beneden wijzend Een omgekeerde stad zonder fundering Geen houten heipaal die ten hemel wijst Geen onderwaterhypotheekschuld Geen onderwaterkind dat om zijn moeder krijst
Ik zou een wandeling willen maken In Datsenraaps, de averechtse Spaarnestad Zou ik op dode burgers stuiten, Verkleumd en tot het bot toe nat? De holle hamerslagen horen Van de kuiper op het nog lege vat?
De wind keert terug En legt mijn droom in duigen.
Wie duikt, nu de dagen weer korter worden, eens in de poëzie en stuurt mij nog meer gedichten over Haarlem?
Machteld Tilanus, bibliotheekcommissie
machteldtilanus@gmail.com
|
|
|
|
|